Bijdrage voor onderhoud monumentale panden

Eigenaren kunnen een substantiële bijdrage ontvangen voor het onderhoud van hun monumentale pand. De gemeenteraad heeft ingestemd met de toevoeging van tachtig monumentale panden, mits daar geen bezwaar tegen wordt ingediend. Volgens de gemeente zijn de panden een stukje Zwartewaterlandse geschiedenis en verdienen ze het om beschermd te worden. “Wat waardevol is staat onder druk en wat weg is komt niet meer terug.”

In de afgelopen jaren is een inventarisatie gemaakt van monumentale panden binnen de gemeente. Uit die inventarisatie is een aantal panden en objecten geselecteerd met een grote monumentale waarde. Dit werd opgenomen in een ‘potentiële monumentenlijst’. Nadat er al eerder 25 panden en objecten zijn aangewezen als gemeentelijk monument, wil de gemeente er nog graag tachtig bijvoegen.

Is meer beter

Dat er goed omgegaan moet worden met de historie van de gemeente, daar waren alle partijen het wel over eens. Een aantal partijen vroeg zich wel af of dit de manier was. Zo ook Kira Fijn (BGZ): “Waarom moet de lijst langer? Is meer beter?” Ook vroeg ze zich af wat het de gemeente oplevert? En of het geen extra belemmeringen voor de inwoners meebracht? Ook andere partijen hadden wat twijfels. “Staan eigenaren wel te springen om monumentaal te worden”, vroeg John Smits (VVD) zich hardop af.

Gemeentelijke bijdrage

Wethouder Rietman vertelde dat hij het goede vragen vond, maar dat het toevoegen wel degelijk belangrijk is. “We leven in een veranderlijke wereld. Veel wat waardevol is staat onder druk. En wat weg is, komt niet meer terug. Daarom willen wij dát erfgoed, wat beeldbepalend is, behouden en beschermen.”

Maar bij inwoners kan het zorgen voor moeilijkheden en kosten. Je kan en mag simpelweg niet alles bij een monumentaal pand. Volgens wethouder Rietman is dat niet helemaal waar. “Je mag nog genoeg. Daarnaast wordt goed onderhoud gestimuleerd. Eigenaren kunnen namelijk een substantiële bijdrage ontvangen voor het onderhoud van hun monumentale pand.” Maar van dat geld blijft ieder jaar een groot deel ongebruikt liggen. “En natuurlijk worden alle eigenaren geïnformeerd en waar nodig gaan we het gesprek aan”, besluit Rietman. Met die antwoorden stonden genoeg neuzen dezelfde kant op om het raadsvoorstel aan te nemen.