Zwartewaterlanders van HJLZ bezoeken onderduikersdorp
Geplaatst op: 20 juni 2023
Het bestuur met partners van de stichting Herdenking Joods Leven Zwartewaterland voor een portret van de verzetshelden Johannes en Marinus Post in museum De Duikelaar in Nieuwlande. Foto Roel Kleine
ZWARTEWATERLAND – Het bestuur (met partners) van de stichting Herdenking Joods Leven Zwartewaterland (HJLZ) heeft zaterdag een bezoek gebracht aan museum De Duikelaar in onderduikersdorp Nieuwlande. Later op de dag werd ook het synagogemuseum in Coevorden aangedaan.
Nieuwlande wordt ook wel eens het Drents Jeruzalem genoemd vanwege de honderden Joden die er in de oorlog waren ondergedoken. Dat verhaal is van grote historische waarde met internationale betekenis.
Johannes Post was de drijvende kracht achter het verzet in Nieuwlande. Hij werd geboren op 4 oktober 1906 in Hollandscheveld bij Hoogeveen. Tijdens de bezetting liet hij zijn welvarende landbouwbedrijf in Nieuwlande in de steek om zich geheel aan het verzetswerk te kunnen wijden. Hij speelde een belangrijke rol, met name in de Landelijke Knokploegen. Vanuit zijn boerderij regelde Post onderduikadressen op initiatief van zijn broer Marinus, die een boerderij nabij Kampen had.
Vanwege de collectieve hulpactie werd op 11 april 1985 aan de gehele bevolking van Nieuwlande door de Israëlische ambassadeur Jaacov Nechushtan een erecertificaat van het Israëlische instituut Yad Vashem uitgereikt. In het dorp staat ook een monument met de Yad Vashem-oorkonde. Het is een gemetselde muur met in het midden een boog. Hierin is een vitrine gemaakt, waarin een kopie van de Yad Vashem-oorkonde ligt.
In het museum, gevestigd in een voormalige basisschool aan de Julianalaan, is te zien hoe de bevolking van Nieuwlande gelegenheid bood aan Joden om bij hen een veilige schuilplaats te zoeken. Veel aandacht is er ook met grote foto’s en ander illustratiemateriaal voor de (verzets)familie Post. De leden van het bestuur van de stichting HJLZ waren onder de indruk van alle verhalen over het onderduikersdorp. Ook bezochten zij nog de kerk, waar twee Joodse jongemannen, 9 maanden lang in een hol onder de preekstoel waren verborgen. Van daaruit maakten zij onder andere verzetskrantjes die werden verspreid.
’s Middags brachten de Zwartewaterlanders een bezoek aan het synagoge museum in Coevorden. Deze Drentse vestingstad kende voor de oorlog nog een grote Joodse gemeenschap met op het hoogtepunt zo’n 300 leden. De voormalige synagoge aan de Kerkstraat heeft verschillende bestemmingen gehad in het verleden, maar is laatstelijk verbouwd tot museum. De synagoge, waarin ook de rabbijn woonde, is zoveel mogelijk teruggebracht in de oude staat.
Een van de leden van de Joodse gemeenschap, die de oorlog heeft overleefd, was Louis van Coevorden. Hij vluchtte in de oorlog naar Engeland, werd piloot bij de RAF en na de oorlog verhuisde hij naar Israël en nam een andere naam aan. De Coevordenaar was de oprichter van de Israëlische luchtvaartmaatschappij El Al en was ook betrokken bij de ‘ontvoering’ van oorlogsmisdadiger Adolf Eichmann, hoofdverantwoordelijke voor de massamoord op de Joden. De SS’er werd op 11 mei 1960 door een team van Israëlische geheim agenten ontvoerd uit Argentinië. Van Coevorden vloog het vliegtuig, waarmee hij naar Jeruzalem werd gebracht. Over de lotgevallen van Louis van Coevorden is ook een boek verschenen.
Gepubliceerd door Bas Jansen