ChristenUnie-kandidaat Tweede Kamer Alwin te Rietstap bezoekt agrariër Wursten

(Adv.) Woensdag heeft de fractie en wethouder van de ChristenUnie samen met Alwin te Rietstap een bezoek gebracht bij de familie Wursten aan de Boerderijweg in Hasselt. Alwin te Rietstap is kandidaat kamerlid voor de ChristenUnie, op plek 4 van de kieslijst, en momenteel wethouder in Hardenberg. Alwin is boerenzoon en weet wat er leeft op het platteland. Hij woont zelf ook op een boerderij en probeert de brug te slaan tussen onze regio en Den Haag.

De familie Wursten heeft een melkveebedrijf en boert sinds de ruilverkaveling in de jaren 60 aan de Boerderijweg. Gerjan heeft enkele jaren geleden het bedrijf van zijn ouders overgenomen en runt het bedrijf nu samen met zijn vrouw Gerinda. Sinds twee jaar melken ze met melkrobots.

Gerjan Wursten is iemand die van nature nuchter is en de zaken ook nuchter benadert. Het runnen van het bedrijf vraagt steeds meer van zijn bekwaamheid als ondernemer maar dat heeft hij er graag voor over. Wat Gerjan ons wil meegeven is dat de regels van het landbouwbeleid meer moeten aansluiten bij de praktijk. Als voorbeeld: wanneer door extreme regen de koeien een paar dagen niet kunnen weiden loop je de vergoeding hiervoor direct mis. Dit voelt onredelijk omdat je hierbij kiest voor het welzijn van het vee. En om op de juiste manier met de bufferstroken aan de randen van de percelen om te gaan is ook een uitdaging, die verschillen per perceel en dit vraagt om nauwkeurigheid.

Waar Wursten ook nadrukkelijk aandacht voor wil vragen is de mestwetgeving. Momenteel moeten veehouders voor veel geld mest afvoeren en vervolgens weer kunstmest aankopen. Dit past niet in de kringloop die we voor ogen hebben en kan anders opgelost worden. Bovendien geeft dit veel transportbewegingen en is het enorm kostprijsverhogend.

Ook is met Alwin gesproken over de rekenmodellen voor het bepalen van de uitstoot. Het is een modelwerkelijkheid. We moeten terug naar de reële werkelijkheid, aldus Alwin te Rietstap. Het is van belang dat de boeren toekomstperspectief krijgen met daarbij duidelijkheid voor de langere termijn.