Het levensverhaal van de honderdjarige Nel
Geplaatst op: 24 juli 2021
Deze week stond Hasselt Actueel al stil bij de feestelijke honderdste verjaardag van Nel van de Bospoort. Haar ‘jongste’ zoon Jan zette haar levensverhaal op papier:
“Je moet door” is de gevleugelde uitdrukking van Nel van de Bospoort. Met die levensovertuiging is Nel 22 juli 100 jaar geworden!
Nel, geboren Cornelia Gerritdina Jalink, woont al weer bijna de helft van haar leven in Hasselt. Maar haar vroegste jeugd speelde zich af in Hengelo. De jaren 30 van de vorige eeuw zijn hard met veel werkeloosheid. En werkzoekend kan haar vader (voor die tijd) ver weg in Wageningen werk krijgen als boekhouder bij een garagebedrijf. De tienerjaren van Nellie spelen zich af op de zuidflank van de Veluwe, vlak bij Ede. En daar leert ze Berend van de Bospoort kennen. Vlinders in de buik, maar ook en vooral de dreiging van oorlog. Het is de oorlog die een zwaar stempel zal drukken op haar ‘mooiste jaren’. De liefde met Berend is groot genoeg om “door te gaan”. Haar familie wordt gedeporteerd uit Wageningen. En tijdens het transport met Rijnaken worden ze geconfronteerd met het bombardement op Rotterdam. Bij terugkomst in Wageningen is hun woning letterlijk uitgewoond door “die moffen”. Veel erger nog is het opgepakt worden van een broer van Berend in Putten. Deze broer, Arnold van de Bospoort, bij toeval op het verkeerde moment in Putten om vis te halen, wordt gedeporteerd naar concentratiekamp Neuengamme . Hij komt daar na een paar maanden aan difterie te overlijden.
Direct na de oorlog, Nel 24 en Berend een jaar ouder, wil Nel nog graag de studie oppakken. Geldgebrek zorgt er echter voor dat ze meteen aan het werk moet. Haar innige vriend Berend schrijft zich in voor een baan bij het Nederlands-Indisch leger.Hij ziet dat vooral als kans iets van de wereld te zien. Maar vooraf willen ze nog wel trouwen natuurlijk. Op de dag voor hun trouwen overlijdt haar schoonvader. In feite aan smart en hartzeer door het verlies van zijn 20-jarige zoon in een ver concentratiekamp. Getrouwd en gerouwd wordt er. Door het overlijden van schoonvader en de daaropvolgende begrafenis mist haar echtgenoot Berend letterlijk de boot naar Nederlands-Indië.
Nel woont vervolgens enkele jaren in bij haar schoonmoeder in Ede en Berend gaat naar de Landbouwpraktijkschool in de Betuwe. Na deze LAT-relatie (nee, dat woord bestond nog niet) kan Berend werk krijgen bij de Plantenziektenkundige Dienst in Den Bosch. En ze kunnen de helft van een woning huren. De zware oorlogsjaren liggen eindelijk achter zich en het duurt niet lang eer Nel zwanger raakt van haar eerste zoon. Nel zorgt voor het huishouden, leest veel en maakt het mogelijk dat Berend met avondstudie ‘hogerop komt’. Na een paar jaar vindt hij een betere positie in Roosendaal. En daar bevalt Nel van haar tweede zoon. Weer enkele jaren later kan Berend een leidinggevende betrekking krijgen in Terneuzen. Ze reizen zo wat af, en dat reizen wordt vanaf die tijd ook in de vakanties gedaan. Ondanks de oorlogsjaren is Nel niet rancuneus naar ‘de Duitsers’. De eerste buitenlandse reis gaat naar…. De Eiffel.
Vakantiereizen zijn een lust voor Nel. Als pioniers gaan ze met hun eerste auto – Vauxhall – naar Frankrijk. Nel pluist de – heel weinige- campings uit. Tijdens de reis, nu niet meer voor te stellen, knippert de enkele Nederlander die ze tegenkomen met de koplamp als groet! Later volgen reizen naar Italië, Engeland, Joegoslavië, Noorwegen, Zwitserland en Spanje. Altijd met de auto, want Berend mag heel graag autorijden.
In 1976 wordt de ‘standplaats’ Terneuzen opgeheven en kan Berend overgeplaatst worden naar Zwolle. Nel vindt Zwolle als woonplaats erg groot en zou het liefst ‘ergens aan de bosrand’ wonen; Hattem wellicht? Ze vinden een mooi ruime woning in Hasselt. Natuurlijk is het even wennen na jaren in katholiek Brabant, maar heel snel voelt Nel zich thuis in Hasselt. Na het pensioen van Berend gaan ze nog meer met de caravan op stap. Maar ook wordt het genot van fietstochten ‘ontdekt’. Tot dan was de fiets alleen een nuttig vervoermiddel. Jaren gaan zo voorbij, fiets achterop de auto om weer een nieuw landschap te ontdekken. Nel kan ook hier enorm van genieten. Tsja, en dan, met de jaren komen de kwalen. Berend verliest spierkracht en concentratievermogen. Nel ‘gaat door’. Met de verzorging van haar man. Ze verhuizen naar de Vicariehof, een seniorenwoning. Hier gaat Berend snel achteruit, de auto moet hij laten staan, vakantiereizen behoren tot het verleden. Te lang neemt Nel alleen de zorg voor Berend op zich. Want in 2007 valt Nel dodelijk vermoeid hard en breekt een been. Berend moet halsoverkop naar een verzorgingshuis in Zwolle. Ruim een half jaar slijt Berend zijn dagen. Niet alleen voor haar man maar ook voor Nel zelf zijn het slopende maanden. In de zomer 2008 overlijdt haar man.
Nu Nel er alleen voor staat “moet ze door”. Veel troost put ze uit de saamhorigheid in Hasselt. Reisjes met de Zonnebloem, samen handwerken en sjoelen in het Teeuwland. Toch komt ze de fatale val nooit meer echt te boven. Slecht ter been breekt ze nog een keer een heup. Maar ook dan toont ze haar enorme wilskracht. Want binnen 4 weken weet ze zich uit het verpleeghuis ‘te praten’. Koste wat kost wil ze op zichzelf zijn en zelfstandig wonen. Tot ze nu dus de 100-jarige leeftijd bereikt heeft. De Buurtkamer, lezen en tv-kijken, een ommetje door Hasselt in de rolstoel met een vriendin. Het zijn díe dingen die Nel voldoening geven om “door te gaan”.
Jan van de Bospoort – ‘jongste’ zoon
Gepubliceerd door Klaas Jansen