Tweedehandskledingzaak en een beetje administratiekantoor
Geplaatst op: 15 maart 2017
Ria Smalbrugge runt in september al vijf jaar tweedehandskledingzaak De Paddestoel aan de Hoogstraat. En wie zo’n winkel runt heeft meteen een soort van administratiekantoor. “Vierhonderd mensen brengen regelmatig kleding binnen. Zij krijgen 30 procent van de opbrengst. Alles bijhouden is ontzettend veel werk”, glimlacht de eigenaresse.
De winkel is woensdagochtend nog niet open, of de eerste dame met een volle tas kleding komt al binnen. Ria Smalbrugge plakt er nummertje 248 op en zet de tas achter de kassa. “Ik draai je bordje wel even om”, lacht de inbrengster, want om exact 09.30 uur staat het houten bordje nog met het woord ‘gesloten’ naar buiten. “Ik richt me tegenwoordig vooral op merkkleding, omdat er anders gewoonweg teveel binnenkomt”, vertelt de eigenaresse ondertussen.
Die kleding komt zeker niet alleen uit Hasselt, maar ook veel uit Genemuiden, Zwartsluis, Rouveen, Staphorst, Nieuwleusen en Zwolle. “Sommige inbrengers verdienen 100 euro per seizoen. Er zijn ook mensen die iets kopen en dat een jaar later weer inbrengen. Dat mag. De regel is dat kleding niet ouder dan twee jaar mag zijn, zodat we geen ouderwetse kleding in de winkel hebben. En natuurlijk is de kleding niet kapot, gewassen en gestreken”, vertelt Ria.
Ze is zelf moeder en weet hoe snel kleding te klein is en hoeveel geld dat kost. Zo kwam ze ooit op het idee van De Paddestoel. “Duurzaamheid vind ik het belangrijkste. Daarom zeg ik ook liever tweedekans dan tweedehands: kleding krijgt hier een tweede kans. Ik ben begonnen met kinderkleding, maar ook dameskleding verkoop ik nu. Ik heb het idee dat nog lang niet iedereen dat weet. En daarnaast hebben we nieuwe kraamcadeaus.”
In de crisistijd raakten de tweedehandszaken in trek. Al hadden die moeilijke jaren ook een keerzijde, vertelt Ria. “Mensen kopen dan ook minder merkkleding, waardoor er hier ook minder binnen kwam. Positief is wel dat het stempeltje van tweedehands is weggehaald. Het is tegenwoordig zelfs hip. Moeders praten op het schoolplein over mijn winkel en zo raakt De Paddestoel steeds bekender. Facebook is ook heel belangrijk. Als ik daar een item opzet, is het bijna altijd direct verkocht.”
Na vijf jaar heeft ze nog steeds veel plezier in De Paddestoel. “Ik heb altijd gezegd dat ik deze winkel vijf jaar ga proberen en daarna ga evalueren en bepalen of ik doorga. Het nadeel is de tijd die je aan de administratie kwijt bent. Als je daar een uurtarief op loslaat….aan de andere kant vind ik dit hartstikke leuk werk. En in vijf jaar steeds is De Paddestoel best bekend geworden.”
Rest de vraag waar de naam eigenlijk vandaan komt. Lachend: “Dit soort winkels schoten indertijd als paddenstoelen uit de grond. En dan heb je nog die met rood en witte stippen…”
Gepubliceerd door Erik Driessen