Genemuidense woont in Noorwegen
Geplaatst op: 28 februari 2017
Nancy van Dijken-Beens is geboren en getogen in Genemuiden, maar woont sinds 2008 in Noorwegen. Een typisch geval van een Gaelemuniger in den vreemde kortom. Ze vertelt hoe ze in Noorwegen is beland en wat ze daar doet.
“Ik heb tot mijn 20e in Genemuiden gewoond. Toen ik ging trouwen verhuisden we naar Kampen waar we twee kinderen kregen. Wij zijn in maart 2008 naar Noorwegen geëmigreerd. De kinderen waren toen 4 en 1.5 jaar. We hebben toen der tijd deze stap genomen omdat we dachten een beter leven op te kunnen bouwen in Noorwegen. Vooral de rust, ruimte, natuur en weinig criminaliteit speelde hierin een grote rol.
Voor we uiteindelijk emigreerden hebben we alle info over Noorwegen gelezen die we konden vinden. We zijn naar de emigratiebeurs geweest en kwamen in contact met een man die voor gemeentes werkt in Noorwegen die met een project bezig waren om mensen daar heen te krijgen. Niet veel later hadden we wat afspraken staan met een paar werkplekken. We zijn er heen gegaan om het land te bekijken hoe het daar nu in het echt was. Rond die tijd was het oktober en erg regenachtig.
Na een week of 4 van overdenken, we wisten eigenlijk al wat we wilden, hebben we de knoop door gehakt en ons huis te koop gezet. Die was gelukkig snel verkocht en toen begon het grote avontuur. We wonen in de provincie Sogn og Fjordane, gemeente Bremanger en in het dorp Svelgen. Dat is aan de westkust. Mijn man werkt als elektricien bij een groot bedrijf en ik heb een baan bij de kinderopvang.
Ondertussen is onze oudste dochter 13 jaar, de middelste 10 jaar en hebben we 4 jaar geleden nog een dochtertje gekregen. De kinderopvang is hier voor kinderen van 1 jaar tot het jaar wanneer ze 6 worden. Dan starten de kinderen allemaal tegelijk in de 1e klas na de zomervakantie. Er is hier in het dorp één school waar ze tot de 10e klas heengaan. Daarna moeten ze naar school in de stad. Veel gaan er een speciale opleiding volgen die vaak verder weg gegeven wordt waardoor ze op zich zelf moeten wonen.
De dichtstbijzijnde kleine stad is 50 minuten rijden. De grotere stad waar ook het ziekenhuis is is 1 uur en 15 minuten rijden. Mocht er iets ernstigs gebeuren is de helikopter er zo. Ook hebben we een ambulance hier in Svelgen. Dus dat is wel prettig om te weten.
Als Noren je uitnodigen voor de koffie komt er altijd een stapel taarten op de tafel. Er wordt gezegt værsågod (alsjeblieft) en dan mag je nemen waar je zin in hebt. Bij de taarten ligt een mes waar je dan je gewenste stukje af snijdt. Het blijft dan ook heel de tijd op de tafel staan.
Heel anders dan in Nederland kwamen we al snel achter. Daar wordt op een verjaardag gevraagd welk gebakje je wilt. Als je dan gekozen hebt blijkt je buurman ook wel een hele lekkere te hebben, maar ja eens gekozen blijft gekozen. De taart wordt in Nederland na die tijd weer in de koelkast gezet en de resten voor de volgende dag bewaard. Wij zijn het vanaf die tijd op de Noorse manier gaan doen. Echt relax. Geen gedraaf met hapjes en drankjes Hier in Noorwegen doet ook iedereen de schoenen uit in huis. Helemaal niet zo gek.
We hebben het hier erg naar onze zin. De kinderen kunnen ook goed aarden wat erg belangrijk is. We zijn er toendertijd 100 % voor gegaan en hebben er geen seconde spijt van gehad. We weten natuurlijk nooit wat de toekomst zal brengen maar we hebben geen plannen om hier weg te gaan voorlopig.
Tja en wat mis ik van Genemuiden of eigenlijk Nederland kreeg ik als vraag. Eigenlijk alleen de simpele dingen zoals even op bezoek bij familie en goede vrienden voor een kop koffie of verjaardag. Gelukkig ben ik een vrij nuchter persoon. Maar er zijn af en toe momenten dat de afstand duidelijk voelbaar is, zoals wanneer bijvoorbeeld een baby geboren wordt. Dan gaat er meestal wel een jaar overheen voor we hem/haar in het echt zien.
En bepaalde Nederlandse producten natuurlijk. Zoals hagelslag, ontbijtkoek, stroopwafels, kroketten etc. Als we in Nederland zijn slaan we altijd wat voorraad in. En de familie stuurt regelmatig wat op. Dan is het echt feest als er een pakketje met de post komt. Je moet niet denken dat er hier niets te eten is hoor. De winkels liggen hier ook vol al is de keus wat minder en zijn de prijzen veel hoger. De eerste jaren lagen er bijna nooit verse boontjes, bieten en boerenkool in de winkel. Als ik het dan eens tegen kwam kocht ik bijna het hele vak leeg. Dan hadden we een dure maar o zo lekkere maaltijd. Tegenwoordig ligt het regelmatig in de winkel.
We hebben wekelijks contact met het thuisfront. Door Facebook, Skype en WhatsApp is het erg makkelijk om contact te houden. Er zijn wel wat vriendschappen verwaterd maar andere vriendschappen zijn weer hechter geworden. Ook hebben we hier in Noorwegen een vriendenkring opgebouwd.”
Gepubliceerd door Erik Driessen