Bejaardenlaminaat (column Teunie Rijfkogel)
Geplaatst op: 26 februari 2017
Binnenkort ga ik Zwartsluis inruilen voor de Belt, maar voordat het zo ver is moet er flink geklust worden. Een ander kleurtje op de muur, een nieuwe vloer erin… Je kent het wel. Op een gegeven moment sta ik in een welbekende winkel met m’n neus op talloze soorten laminaat. De verkoper wil me graag helpen met kiezen, wijst een paar soorten populaire laminaatvloeren aan en geeft dan ook even zijn eigen ongezouten mening. Hij wijst op een lichtbruine laminaatplank die ik in gedachten al had uitgeroepen tot mijn topfavoriet en zegt: “Ja en die daar, dat is een beetje bejaardenhuisachtig hè.” Toen ik hem vertelde dat ik mijn oog juist op die vloer had laten vallen, bejaardenhuisachtig of niet, keek hij me beduusd aan. “Nou ja, zo zie je maar, smaken verschillen hè. Je moet doen wat jij mooi vindt.” Dat dacht ik nu ook. “Wat voor kleur muren en meubels heb je eigenlijk?” vervolgde hij. Ik vertelde hem dat één muur in de kamer grijs zou worden en één muur in de keuken groen. Zijn ogen rolden zowat uit zijn kassen. “Groen?! Die kleur komt er bij mij thuis niet in! Ik verfoei die kleur.” Heerlijk, die goudeerlijke verkopers.
Met mijn bejaardenvloer en groene muur nog in mijn achterhoofd begaven we ons naar de afdeling vloerbedekking, voor de slaapkamer. Ik had al globaal in mijn hoofd wat ik wilde, dus ik vertelde hem wat ik zocht: blauw, als het even kon hoogpolig, en zacht. Hij toonde me wat voorbeelden (waar echt verschrikkelijk ouderwetse tussen zaten) en keurde ze een voor een af. Verkeerde kleur, niet hoogpolig genoeg of te ruw. Toen leek hij zich opeens een rol te herinneren die wel aan mijn talloze eisen moest voldoen. “Kom eens mee,” zei hij enthousiast, “ik heb hier een fantastische rol chinchilla staan, hartstikke mooi tapijt!” Ik volgde hem naar een flinke rol hoogpolig tapijt, keek al ietwat bedenkelijk toen ik de kleurvariant zag, maar wees hem resoluut af nadat ik eroverheen gestreken had. “Nee, dit wordt hem niet. Niet zacht genoeg.” Een paar seconden keek hij me roerloos aan. “Zeg, je gaat toch wel op je bed slapen? Niet op de grond?” Grijnzend stelde ik hem gerust dat er inderdaad een bed zou komen te staan, maar dat ik gewoon zachte vloerbedekking wilde hebben. Ik zag hem denken: ‘vrouwen…!’ Toch zocht hij dapper verder, vastbesloten om een exemplaar te vinden dat me aanstond. En ja hoor, na lang zoeken kwam hij ermee op de proppen: mijn fantastische blauwe, zachte, hoogpolige vloerbedekking. Wat was ik blij!
Toen ik het pand meer dan tevreden verliet kon hij het overigens niet laten om me nog een grauwgrijze laminaatplank in de handen te drukken. “Hier, neem die ook maar eens mee om te bekijken…” Ik heb hem braaf meegenomen, maar je raadt het al: ik ben voorlopig niet van plan mijn bejaardenplank ervoor in te wisselen.
Gepubliceerd door Erik Driessen